Of ‘hallo’ in het Swahili. De taxichauffeur Wanjau heeft me al een aantal woorden aangeleerd. Diezelfde man was ook diegene die me zaterdagnacht belde, toen ik nog in Gent was, om te vragen waar precies ik stond op de luchthaven, want hij vond me niet. Het was ook diezelfde man die ik dan maandagmorgen zelf kon opbellen om te weten waar hij precies stond, want nu vond ik hem niet.
Een klein resem aan misverstanden later werd ik dan toch netjes afgezet bij Joy, de jonge dame bij wie ik een kamer heb. Het is 5.30 am. Nog donker, want aangezien Kenia dicht tegen de evenaar ligt is het hier 12 uur licht en 12 uur donker het gehele jaar door. Het eerste wat mijn roommate zegt is “waw, I was worried”. Ik voelde me al meteen op mijn gemak. Het huis is ongelooflijk mooi, ruim. De blok waarin ik de volgende maanden resideer heet ‘Victorian Villas’ en is te situeren in Kileleshwa, in het westelijke deel van de stad Nairobi. Om binnen te kunnen klop je aan de poort en overdag laat Simon jou binnen en ‘s nachts is dat Benson. Die laatste had trouwens een wintervest aan om ‘u’ tegen te zeggen. Ik ben gearriveerd in het winterseizoen, te vergelijken met een van de betere lentedagen bij ons. Ik vraag me dus af wat ze allemaal niet zouden aan doen om het warm te krijgen in onze winter.
Ik sla nog een praatje met Joy waarin ik terloops vermeld dat ik een gsm en sim-kaart zal nodig hebben. Ze belt meteen Wanjau, de taxichauffeur, op om hem om dat hebbedingetje te sturen van het moment de shops openen. Ik laat een paar centjes achter in haar handen en tegen de tijd ik wakker word, ligt daar een Nokia-doosje op de keukenkast. Ik had intussen toch een paar uurtjes gedut, want de tweede vlucht had ik niet echt veel geslapen. Misschien moest ik nog even de stress van de 50 minuten vertraging van de eerste vlucht laten passeren. In tien minuten door transit passeren, met licht hollende tred, was toch weer een ervaring. Het volgende vliegtuig is dan ook wel met vertraging vertrokken, maar daar kan je natuurlijk niet op rekenen. Ik weet niet of de voetbal daar voor iets tussen zat. De enige goal werd gemaakt zo rond de tijd de laatste passagiers de vlieger opstapten.De wachtende reizigende Nederlanders zouden trouwens in de tv gekropen hebben indien ze konden.
Intussen ben ik in het kantoor van de ngo VVOB. Hoe ben ik daar geraakt? Neen, ik ben opnieuw niet aan mijn lot overgelaten. Mijn mentor Louisa, met wie er al e-mailverkeer was de laatste maanden, heeft me meegetroond naar de werkplaats van de volgende maanden. Hoewel, voor volgende week staan er al werkbezoeken op de planning.
Kort: goed en wel gearriveerd & heel erg op mijn gemak door het fijne ‘karibuni'(welkom).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten