donderdag 26 augustus 2010

Van de gebroken douchekraan tot het huwelijksaanbod


Zondagnamiddag zo rond 2 pm. Druppelgewijs arriveren de deelnemers voor de driedaagse workshop van het Healthy Learning team. Wat had je gedacht? Dat we zouden vertrekken op het geplande uur? Bah neen. Maar het heeft geen uren geduurd, dus even later zijn we onderweg. Bestemming: Naivasha, zo een 108 km van de hoofdstad. Fluitje van een cent om daar in een goed uur en half te geraken. Stop. Denk nu es niet aan de Belgische wegen, plat en deftig geconstrueerd, maar beeld je in dat sommige stukken aangestampte aarde zijn, andere geasfalteerd zijn maar vol putten en dat je stijgt en daalt dat het een lieve lust is.
Tegen de late namiddag komen we aan in het Morendat Conference Center. Van ver ziet het eruit als een Amerikaanse gevangenis (althans, ik ga af op de tv-series). Het heeft een zware zwarte poort met een klein deurtje opzij waarbij je de wachter van dienst passeert. Aan de andere kant zie je een toren, bijna identiek als die uitkijktoren in die Amerikaanse lock ups. Alleen is het hier geen wachttoren. De omheiningen rond het terrein eindigen met een krul, zodat je er niet over kan klauteren.
Dan rijdt de ICRAF*-bus binnen. Er is een centraal gebouw met sauna, gym center, openlucht zwembad, bar, conferentiezalen, kamers, business center (@) en de eetzaal. En daarnaast heb je lodges voor drie personen. Dat zijn eigenlijk huisjes. Ik zou zo wel eentje willen verplaatsen naar Gent. Ik weet niet of het prefabs zijn, dus misschien hou ik beter de architecturale structuur in mijn hoofd.

Ik loop eerst wat rond, want de omgeving doet helemaal anders aan dan Nairobi city. Het is er groener, vochtiger en ik had me al moeten inhouden om de bus niet te doen stoppen en te zeggen dat ze me mochten droppen en dat ik het laatste stukje wel zou wandelen. Maar ik had er het goei schoeisel niet voor aan. En uiteindelijk was ik niet naar daar gekomen voor een uitje…

Nu, op het eerste zicht ziet het er allemaal vrij chique uit. De gaatjes in het muskietennet zie ik door de vingers. Tot ik ‘s morgens in de douche sta. Ik draai de warmwaterkraan open en ik heb de dop al in mijn hand. Shit. Maar het is een klein mankementje. De volgende ochtend heb ik de buizen waaraan het douchegordijn opgehangen is in mijn handen. Ook maar een klein foutje, maar wel goed voor een halve slappe lach. ‘s Avonds lopen Louisa en ik terug naar onze lodge. De tv staat te spelen. Hmmm. De wc’s naast onze conferentiezaal Shimba zien er op het eerste zicht ook deftig uit, maar je mag niet alle toiletten geprobeerd hebben, want bij eentje is de bril gewoon een gevaar voor jouw tere velletje. Onder de groep wordt er nagevraagd of de beperkte en trage internettoegang aan hun modem ligt of aan iets anders. Het is een algemene tendens. Alsook de darmklachten. Nochtans, het eten was verre van slecht. Ontzettend groot aanbod aan koude en warme groenten. Dat vinden jullie misschien gewoon, maar Kenia is een vlees-land. Ik denk niet dat het zo erg is als Argentinie, maar toch.
Kleine noot: het Morendat center is opgetrokken in 2007...

Maar de tweede avond aan de bar met de manager van Morendat, Tom en William maakt veel goed. Vivian en Grace druipen tegen elven af naar hun kamer. Ik ben ook niet van plan om nog lang te blijven, maar de manager biedt mij een tweede drankje aan van wat ik op dat moment aan het drinken ben. Een Tusker biertje. Miljaar, denk ik, hierop kan je geen neen zeggen, maar mijn gedachten gaan ook naar de lange conferentiedag die ons nog wacht. Bon, ik zet me dus terug op de barkruk. Ik weet niet hoe we tot een aantal conversatie-onderwerpen gekomen zijn, maar de uitkomst en de gesprekken zijn hi-la-risch.
In het eerste weiden we uit over homoseksualiteit. Ergens was ter sprake gekomen dat mijn beste vriend tegen oktober naar Kenia kwam (ole trouwens).
"Jaja, beste vriend, we kennen dat”, zeiden ze.
Om alle insinuaties te vermijden heb ik de geaardheid van mijn reisgezel dan maar in het midden gegooid. Man, die ogen. De manager kon er niet van over en vroeg zich dan af of wij een kamer deelden. Ik beaamde dat (doubles zijn nu eenmaal goedkoper dan singles). Dan waren we nog niet thuis natuurlijk, want dan zag hij dat bed daar. Nu, er zijn genoeg guesthouses met twee bedden. Dat ging er dan helemaal niet meer in, want je bent toch een man. Hoe kan je dan dat bed niet delen? William, de tijdelijke database consultant, hield zich een beetje op afstand. Hij zou 5 minuten tegen Christophe kunnen praten en dan kwaad worden. Hoe kan je de rondingen van een vrouw zien en niets voelen? Bon, dit is een 50er en de manager een thirtysomething-er. Tom, een Belg, vond het wel puik dat de manager zich openstelde voor een ontmoeting. Dat is dus blijkbaar vrij ongewoon. Wel ja, toen we in Bolivia rondtrokken hebben we nu ook niet met onze Will&Grace-like vriendschap te koop gelopen :-).
Om de gemoederen een beetje te bedaren schakelen we over op een ander onderwerp (ik was intussen nog wat langer aan die toog gebonden omdat ik plots nog een Tusker voorgeschoteld kreeg). Polygamie. Gelukkig heb ik die conversatie ooit es gehad met een Kameroense vriendin en een Egyptische vriend, dus ik was voorbereid. Tegen het eind van dat gesprek hadden ze er al drie geiten voor over om mijn vader te overtuigen, die ze trouwens wouden onderscheppen op zijn weg terug van safari naar Nairobi, dat zij mij tot hun bruid wouden nemen. De blinkende begerige ogen van de manager duidden op iets anders dan dat, maar dat hebben we rustig omzeild. Uiteraard weet je dat ze een spelletje spelen (en je hebt gezien dat de Guiness en de Tusker ook bij hen niet leeg bleef), maar je bent toch een beetje geflatteerd. Je zou nogal onmenselijk zijn als het jou niets zou doen als ze bijvoorbeeld willen checken of je echt wel geen lippenstift op heb.

MAAR WAT HEBBEN WE DAAR NU GEDAAN? Kort gezegd: we zijn gestart met het schrijven van een gids voor leerkrachten over Healthy Learning. De details ga ik jullie besparen, maar ik wil wel een aantal indrukken meegeven:
• Elke morgen start met een (dank)gebed. Kenianen zijn heel gelovig.
• Het programma is de avond voordien ingevuld en geoptimaliseerd. Ik voelde me opnieuw op chiro-kamp.
• Als de mensen dreigen onderuit te zakken in hun stoel, volgt er een energizer. Dat is een beetje uitrekken, rechtstaan, kreet roepen.
• Het was de afspraak dat de gsm’s op stil gezet werden. Maar dan voegen ze daar een grappige noot aan toe, nl. als de gsm toch rinkelt, volgt een boete. De boete is een lied of dans. Je zou denken dat ze dat dan toch zeker niet vergeten, want persoonlijk zou ik daar vooraan niet willen gestaan hebben. Nee hoor, tot vier keer toe hebben we een lied gehoord.

TOT SLOT. Als je een tijdje in een vreemd land bent, volgt automatisch de confrontatie met jezelf. Dat was hier in de workshop niet anders. Ik heb dus opnieuw iets geleerd.
Ik herinner me een cursus 'verhalen schrijven' in Gent. Wij kregen opdrachten en lazen dat voor. Iedereen gaf zijn gedacht over wat de ander geschreven had. Voorzichtig. En vooral: vrijblijvend. In deze workshop maakten we per twee/ drie inleidingen op hoofdstukken. We presenteerden dat en dan reageerde de groep. De zinnen werden meteen aangepast, woorden verplaatst of verwijderd en taal werd bediscussieerd. Op zo een moment heb ik persoonlijk dan de neiging om toch iets of wat in de verdediging te gaan, want ik heb ergens wel een bepaalde trots over wat ik schreef. Dat werd effe snel rechtgezet. Ik kreeg een directe feedback op mijn defensief gedrag.
Wat is de les? Ik moest het loslaten en begrijpen dat dit document het bezit was van groepswerk. Maar dan groepswerk in de letterlijke betekenis van het woord, niet: ‘ieder schrijft een stukje en 1 iemand herleest op consistente woordenschat’. Confronterend, maar het is meteen ook de reden waarom die avonturen zo fascinerend zijn!

*ICRAF: World Agroforestry, een partnerorganisatie