dinsdag 14 september 2010

Hakuna Matata in archepelago Lamu

"It means no worries for the rest of your days. It's our problem free philosophy. Hakuna Matata.

Waar Disney's Lion King allemaal niet goed voor is. Echt probleemvrij ben ik er niet geraakt. Ik denk dat mijn organen een tijdje nodig hadden na de busrit om zich weer op zijn plaats te begeven. En, de weg tussen Malindi en Lamu (zo een 5 uur met de bus) is verschrikkelijk slecht. Als Tawakal (de beste bus volgens velen) dan ook nog es in panne valt, kan je je dus wel al inbeelden dat ik nog wat langer dooreen geschud ben.
Echt zonder zorgen zijn ook de 30.000 inwoners van Lamu niet. Zichtbare armoede, hoge aidsprevalentie en hoge werkloosheid. Maar dat vertaalt zich niet in delinquent gedrag en dat, lieve mensen, is heel bijzonder.
Laten we even door mijn Lamu-week wandelen adhv de ontmoetingen die mijn bezoek kleurden.

mr Hussein. Moslim. Zijn grootvader kwam uit Jemen met de Moessonwinden mee om handel te drijven. Op een dag is hij daar gebleven en heeft hij zich een vrouw uitgekozen. Hussein zelf is nu een veertiger. Heeft een sikje dat langzaam grijs wordt en dat hij constant kamt met een groene kam die hij in zijn borstzak bewaart. Hij is HIV+ en gescheiden. Heeft twee dochters en woont in bij zijn zus en haar gezin. Ik werd uitgenodigd op een dinertje om de vasten te breken (ik was daar in de laatste week van Ramadan) en ik liet een Henna-tattoe op hand en voet zetten door de zus. Het huis zijn opgetrokken muren zonder dak, maar met gewoon een doek tussen de muren om de afstand te overbruggen. Ik zie een klein kamertje met een groen muskietennet, maar daar is precies ook de stock, want de zus komt geregeld met groenten in haar handen uit dat kamertje. Het eten wordt gekookt bij een olielamp. Eens de Brit en ik arriveren om tee ten, spreiden zee en rieten ronde mat, die ze net kochten (special voor ons) op de grond en zetten ze die lamp bij ons. In de keuken worden de zaken vanaf nu in het donker gedaan. Op die mat neemt enkel Hussein plaats. De rest wacht tot wij gedaan hebben. Man, ik heb me op meerdere momenten beschaamd gevoeld.
Charity. Christelijk. Ook een veertiger. En mama van twee dochters een een zoon. Haar oudste dochter kreeg ze op jonge leeftijd. Ze woont op een kamer in een huis met jongelingen. Haar kamer is vrouwelijk, franjes aan het beddegoed bijvoorbeeld, maar niet te fluffy. Je kan haar vinden in de hoofdstraat op een witte plastieken tuinstoel waar ze mutsjes haakt. Dat is als ze niet ingehuurd is om een massage te geven, of een manicure, of een pedicure, of een waxing.
Klein meisje zonder naam. Ze draagt een zalmroze kleedje tot onder de knietjes, in een zijdeachtig stofje. De lintjes zijn achteraan niet vastgesnoerd, maar bengelen tussen haar armpjes en lichaampje. Net zoals de andere kinderen over heel Lamu holt ze op me toe, roept ‘jambo’ en steekt ze zich dan verlegen weg. Ik steek mijn hand uit. Ze komt op me toe en legt haar zanderig kleine handje in mijn hand en kust het. Nu, ik weet niet of jullie dat gebaar kennen, maar in de Arabische cultuur is het een respectvolle manier om een oudere te groeten. Je neemt de hand, brengt het naar jouw lippen en dan naar jouw voorhoofd. Ik was ontroerd. Het jammere op dat moment is dat ik geen Swahili spreek en dus niet kan zottebollen of geen vragen kan stellen. Spreken ze dan geen Engels? Ja, ze leren dat wel, maar ze zijn nog klein en de thuistaal blijft Kiswahili natuurlijk.
mr Costa. Moslim. Werkzaam in de stoffenwinkel die ik binnenstap. Hij draagt een kikoi en dat is een doek die zowel mannen als vrouwen vanaf hun middel boven hun kleren knopen. Zijn zakenpartner is een christelijke priester. Die twee mannen samen in een klerenwinkel zijn een toonbeeld van samenhorigheid tussen religies in Lamu. Zo mag ik op een bepaalde middag niet aan de tafel zitten die uitgeeft op de zee’dijk’ uit respect voor de vastende broeders. In de winkel dan kies ik een stofje voor een bloes en een rok. Het resultaat is schitterend (bij een andere dame liet ik dan twee jurken maken uit khanga-stof, een typische Afrikaanse stoftype).
Happy is een jonge gast. Ik ontmoet hem in het cybercafé ‘Cyberwings’. Hij komt de kamer binnen met veel zwier en al lachend, zegt tegen iedereen goeiedag en ook spontaan tegen mij. Tijd genoeg om een praatje te slaan, want het internet is nogal traag. Sommige andere toeristen roepen gepikeerd en foeterend naar buiten, maar ik vind het allemaal best. Intussen kan ik een babbeltje slaan. En op het einde krijg ik dan ook korting op mijn bezoekjes aan het internetcafe :-). Er staan 6 computers in het kleine kamertje. De muren zijn wit geschilderd met roze spatten. Het plafond heeft zowaar balkjes, in het bruin geschilderd. Jongens komen in en uit om nieuwtjes met elkaar te delen. Zo is ere en dag date en van hen zijn nieuwe knalgele sweatshirt komt tonen. Niks bijzonders, toch? Wel ja, de print van de draak vooraan wel en daar was hij wel heel fier op.

Lamu raakt je.

Lamu in beeld