vrijdag 16 juli 2010

The 'matatu'

On the second day I managed to get to the matatu area all by myself without any mistakes. This photographic memory of mine does come in handy now and then :-). But of course, I took the wrong one. Before we left I dubbel checked the number, because the sidekick was repeatedly shouting 40 and I had to be on number 48. So I asked the lady next to me and she assured me I was on number 48 and that the number he mentionned was the price. But, it appears there are multiple directions to Kileleshwa. At least I got to see Riverside drive now, a route full of embassies. The Belgian one is not situated over there by the way, but is located near the UN Headquarters at the East side of town. No need to panic, I remembered that is how I got to know Izmir in those days :-D.

The matatu is a means of local transport. At the entry point in town it does not leave untill it is full. Once on the road it picks up people and drops people off on a fixed route. It can take up to 12 passengers. I've seen it before in other parts of the world. In Turkey it is called a dolmuş, in South America this kind of transport is a car instead of a bus. There are some differences though. Some of those Kenian buses have a television screen and an incredible sound system! Others are silent. And the sidekick (who collects people before leaving and the bus fee while driving) tabs you on the shoulder to signal that it is time to pay.

It is always some kind of couleur locale, because it is usually filled with more passengers than vacant places. Not in Nairobi. A few years ago there was a new guideline (law) voted that says the driver should have a certificate of good conduct, both the driver and his sidekick should wear a uniform, there are no more passengers allowed than seats and the driver should wear a seat belt. The matatu-workers refused, but they had to compete with the commuters who WALKED from their homes to work for THREE months. So, although striking on the street is prohibited one can call this a form of silent, yet effective protest, because it worked! The downside: there are more matatus which causes an even bigger traffic jam in the morning. But then again, as a city you could think twice when you see all of these cars with only one driver. They told me more and more people can afford to buy a vehicle. Together with the fact that just recently they can purchase second handed imported cars from Japan for instance, this causes a roadblock between 7 and 8 am. Clean air in Nairobi town? Hmmmm....

dinsdag 13 juli 2010

Jambo

Of ‘hallo’ in het Swahili. De taxichauffeur Wanjau heeft me al een aantal woorden aangeleerd. Diezelfde man was ook diegene die me zaterdagnacht belde, toen ik nog in Gent was, om te vragen waar precies ik stond op de luchthaven, want hij vond me niet. Het was ook diezelfde man die ik dan maandagmorgen zelf kon opbellen om te weten waar hij precies stond, want nu vond ik hem niet.
Een klein resem aan misverstanden later werd ik dan toch netjes afgezet bij Joy, de jonge dame bij wie ik een kamer heb. Het is 5.30 am. Nog donker, want aangezien Kenia dicht tegen de evenaar ligt is het hier 12 uur licht en 12 uur donker het gehele jaar door. Het eerste wat mijn roommate zegt is “waw, I was worried”. Ik voelde me al meteen op mijn gemak. Het huis is ongelooflijk mooi, ruim. De blok waarin ik de volgende maanden resideer heet ‘Victorian Villas’ en is te situeren in Kileleshwa, in het westelijke deel van de stad Nairobi. Om binnen te kunnen klop je aan de poort en overdag laat Simon jou binnen en ‘s nachts is dat Benson. Die laatste had trouwens een wintervest aan om ‘u’ tegen te zeggen. Ik ben gearriveerd in het winterseizoen, te vergelijken met een van de betere lentedagen bij ons. Ik vraag me dus af wat ze allemaal niet zouden aan doen om het warm te krijgen in onze winter.
Ik sla nog een praatje met Joy waarin ik terloops vermeld dat ik een gsm en sim-kaart zal nodig hebben. Ze belt meteen Wanjau, de taxichauffeur, op om hem om dat hebbedingetje te sturen van het moment de shops openen. Ik laat een paar centjes achter in haar handen en tegen de tijd ik wakker word, ligt daar een Nokia-doosje op de keukenkast. Ik had intussen toch een paar uurtjes gedut, want de tweede vlucht had ik niet echt veel geslapen. Misschien moest ik nog even de stress van de 50 minuten vertraging van de eerste vlucht laten passeren. In tien minuten door transit passeren, met licht hollende tred, was toch weer een ervaring. Het volgende vliegtuig is dan ook wel met vertraging vertrokken, maar daar kan je natuurlijk niet op rekenen. Ik weet niet of de voetbal daar voor iets tussen zat. De enige goal werd gemaakt zo rond de tijd de laatste passagiers de vlieger opstapten.De wachtende reizigende Nederlanders zouden trouwens in de tv gekropen hebben indien ze konden.
Intussen ben ik in het kantoor van de ngo VVOB. Hoe ben ik daar geraakt? Neen, ik ben opnieuw niet aan mijn lot overgelaten. Mijn mentor Louisa, met wie er al e-mailverkeer was de laatste maanden, heeft me meegetroond naar de werkplaats van de volgende maanden. Hoewel, voor volgende week staan er al werkbezoeken op de planning.
Kort: goed en wel gearriveerd & heel erg op mijn gemak door het fijne ‘karibuni'(welkom).