En ik kon de vallende ster om een wens te doen best gebruiken gisterenavond.
Schemerdonker. Pruttel pruttel pruttel en lap de bus valt stil. Al het volle uur onderweg en nog 4 uur tot Tucumán. Zucht. Tevergeefs probeert de chauffeur nog een beetje geluid te maken met wat voorwerpen, maar een dik uur en half later zitten we op een andere bus die voor ons is teruggkeerd. En hier komt de vallende ster-wens te pas.
Eens in Tucumán moest ik een aansluiting kunnen versieren naar Córdoba: deel twee van de wens. Vanmorgen dus om 7 u aangekomen in een drukke stad waar bijna geen hostals of internetcafés te vinden zijn. Maar de voorlaatste lange nachtelijke busrit zit er op.
Toen ik gisteren in donker in de bus zat te wachten samen met 12 andere (allé, na uurtje 10, want die hadden vervoer opgebeld), bedacht ik me dat ik zo wat in elk land zoiets ben tegengekomen. In Peru was het al na schemerdonker, in Chili in late namiddag, in Bolivia tegen middag en hier nu net voor donker. Qua etmaalgebeurtenissen zitten we al safe. Wat dan precies altijd? In Peru en Argentinië een je ne sais quoi, in Chili gewoon niet genoeg getankt en in Bolivia lekke band. Maar het verhaal van Christophe in gedachten kunnen we besluiten dat het allemaal nog zo erg niet was. Eerder verwonderlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten